Psalms 132


Bid voor de vrede van Jeruzalem,
dat ieder die van de stad houdt,
rust mag ervaren.

1 Laat er vrede heersen binnen de muren
en rust in elke stadswijk.

2 Ter wille van mijn broers
en vrienden zeg ik tot de stad:
‘Laat er vrede in u zijn.’

3 En ter wille van het huis van onze Here God
zal ik het goede zoeken
voor de stad Jeruzalem.

4

Een bedevaartslied.

5 Ik kijk omhoog naar mijn God,
die in de hemel woont.

6 Zoals knechten wachten op het bevel van hun meester
en een dienstmeisje wacht op het teken van haar meesteres,
richten wij onze ogen op de Here, onze God,
en verwachten van Hem genade.

7 Geeft U ons genade, Here, en helpt U ons.
Want wij hebben al te veel minachting ontmoet.

8 Wij werden overladen met spot van ongelovigen
en trotse mensen hebben ons met minachting behandeld.
Meer kunnen wij niet verdragen.

9

Een bedevaartslied van David.

10 Laat Israël het volgende zeggen:
‘Was de Here niet steeds bij ons?

11 Was de Here niet steeds bij ons,
toen wij werden aangevallen door vreemde mensen?

12 Zij hadden ons wel levend kunnen verslinden,
toen zij in hun woede op ons afkwamen.
13Wij hadden kunnen verdrinken in een woeste rivier.
14Het kolkende water had zich dan boven ons gesloten.’

15 Maar prijs de Here!
Hij liet dat niet toe.
Dankzij Hem kregen zij ons niet te pakken.

16 Wij ontkwamen,
zoals een vogel wegglipt uit het net van de vogelvanger.
De valstrik is kapot
en wij zijn ontsnapt.

17 Wij vinden hulp bij de Here.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.

18
Copyright information for NldHTB